Rond de 20e week van de zwangerschap kunnen zwangeren een structureel echoscopisch onderzoek (SEO) laten verrichten om lichamelijke afwijkingen van het ongeboren kind op te sporen. Hierbij kan het zijn dat er een vermoeden op een schisis bestaat.
U zult dan worden verwezen naar een centrum voor Prenatale Diagnostiek voor geavanceerd ultrageluidonderzoek (GUO) om de vermoede afwijking beter in kaart te brengen. Er zal gekeken worden naar de vorm en de uitgebreidheid van de schisis en naar eventuele bijkomende afwijkingen.
Een lip- of kaakspleet is dan vaak zichtbaar, echter een gehemelte spleet meestal niet.
Tevens zal met u de mogelijkheid van vervolgonderzoek besproken worden. Vervolgonderzoek kan bestaan uit een vlokkentest of een vruchtwaterpunctie. De keuze van het vervolgonderzoek hangt af van de aard van de bevindingen en de zwangerschapsduur.
Daarnaast zal de consulent van het schisisteam contact met u opnemen voor een kennismakingsgesprek. Waarin u uitgebreid informatie over de aandoening en het behandeltraject ontvangt.
Het belangrijkste is dat u weet dat u er niet alleen voor staat. Gevoelens van onzekerheid, bezorgdheid, verdriet of boosheid zijn normaal. Door een goede voorbereiding krijgt u meer inzicht en dit maakt acceptatie waarschijnlijk makkelijker.
De meeste ouders die voor de bevalling wisten dat zij een kind met schisis zouden krijgen, zeggen blij te zijn dat ze het van tevoren wisten. Zij hebben zich daardoor kunnen voorbereiden en zich kunnen laten informeren over wat hen te wachten zou staan.
Ouders die het niet van tevoren wisten, zijn juist dáár blij mee. Zij hebben van hun zwangerschap kunnen genieten zonder zich zorgen te maken over de geboorte van een kind met schisis.